Wat is vroegsignalering?
Waar hebben we het eigenlijk over als we praten over vroegsignalering? Waarin verschilt het van preventie? Op deze pagina’s lees je meer over de theorie achter vroegsignalering. We geven de definitie van vroegsignalering en maken duidelijk waar dit gepositioneerd is.
“Vroegsignalering is een zeer belangrijk onderdeel van de brede aanpak schuldhulpverlening. Er is veel bereikt en daar gaan we mee door. Steeds vroeger en preciezer ingrijpen zorgt ervoor dat er steeds minder schuldenaren komen, dat schuldeisers binnen reguliere termijnen hun geld ontvangen en minder maatschappelijke kosten aan de hulpverlening besteed worden.”
Bekijk ook:
Definitie vroegsignalering
Vroegsignalering binnen de schuldhulpverlening is het in een zo vroeg mogelijk stadium in beeld brengen van mensen met financiële problemen om vroegtijdige hulpverlening mogelijk te maken. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van daadwerkelijke signalen en outreachende hulpverlening.
Het woord vroegsignalering bestaat uit twee delen:
- vroeg, waarmee gedoeld wordt op tijdig, voordat het probleem te groot wordt en voordat escalatie heeft plaatsgevonden. Met escalatie bedoelen we dat de incassokosten oplopen, afsluiting of een royement plaats vindt of een deurwaarder wordt ingezet;
- signalering, waarmee gezegd wordt dat er al aanwijzingen zijn dat een probleem zich voor gaat doen. Daarin zit verpakt dat het probleem er al is en dat dit opgespoord moet worden voordat het uit de hand loopt.
Uit voorgaande definities wordt duidelijk dat het hebben van financiële problemen of het hebben van schulden nog geen problematische schuldsituatie hoeft te betekenen. Echter, beiden kunnen een voorspellende waarde hebben voor het ontstaan van problematische schulden. Ze bevinden zich vroeg in het ontwikkelingsproces van het probleem.
Vroegsignalering van schulden kent twee verschillende benaderingswijzen:
- outreachend werken op basis van betalingsachterstanden en/of
- het activeren van de keten om mensen met financiële problemen te signaleren en hen te bewegen om zichzelf te melden bij de schuldhulpverlening (doorverwijzen).
Deze website richt zich op de eerste benadering. Inwoners worden outreachend benaderd op basis van signalen die door een signaalpartner doorgegeven worden aan de gemeente. Dit betekent niet dat de tweede benaderingswijze niet relevant is. Het verdient zeker aanbeveling dat een gemeente hier ook aandacht voor heeft. Deze twee benaderingen kunnen elkaar versterken. Door beide benaderingen te ontwikkelen binnen een gemeente, kan gekomen worden tot een sluitende aanpak van vroege signalering.
Positionering vroegsignalering
De termen vroegsignalering en preventie worden vaak in één adem genoemd. Hoe verhoudt vroegsignalering zich tot preventie? Zijn er verschillen of zijn zij juist hetzelfde? Vroegsignalering kan tussen preventie en curatie worden gepositioneerd. Bij preventie richten de activiteiten zich op risicogroepen waarvan verwacht kan worden dat ze mogelijk in de problemen komen. Bij vroegsignalering zijn er signalen dat er problemen zijn. Deze zijn echter nog niet zo geëscaleerd dat de klant zelf besluit om hulp te zoeken. Bij curatie heeft de klant zelf een hulpvraag geformuleerd en is op zoek gegaan naar hulp.
Bij vroegsignalering wordt gezocht naar individuen met concrete signalen van mogelijke financiële problemen. Deze daadwerkelijke persoonlijke signalen zijn de indicatoren op basis waarvan vroegsignalering kan worden ingezet. Vroegsignalering verschilt daarin van preventie.
Daadwerkelijke signalen
Sommige signalen zijn objectief meetbaar, zoals bijvoorbeeld een betalingsachterstand. Anderen zijn verdekt en hebben een minder directe relatie met een risico op financiële problemen, zoals een ziekmelding op het werk of het opzeggen van een lidmaatschap bij een sportvereniging.
Voor deze website is dus uitgegaan van daadwerkelijke signalen over betalingsachterstanden bij signaalpartners. Om er voor te zorgen dat het vroegsignalering blijft, wordt alleen gekeken naar signalen waarbij geen escalatie heeft plaatsgevonden. Bijvoorbeeld de huurachterstand ligt nog niet bij een deurwaarder, er is nog geen vonnis voor huisontruiming of de datum voor de huisontruiming staat niet gepland.
Outreachend werken
Met het vaststellen van het startpunt van vroegsignalering rijst de vraag of vroegsignalering niet gewoon laagdrempelig werken is. Bij laagdrempelig werken worden er zo veel mogelijk belemmeringen weggehaald die voorkomen dat inwoners gebruik maken van de hulpverlening. Vaak zijn er inwoners die eigenlijk al een hulpvraag hebben en tot de reguliere inwonersgroep behoren, maar die zich zelf niet melden. Mogelijke belemmeringen kunnen zijn dat:
- De gang naar een schuldhulpverlenende organisatie een te hoge drempel vormt;
- De manier van aanmelden niet past bij de inwoner;
- Er te veel schaamte is.
Het uiteindelijke doel van laagdrempelig werken is dat het mensen makkelijker wordt gemaakt zich zelfstandig te melden bij schuldhulpverlenende organisaties.
Bij vroegsignalering wordt gebruik gemaakt van outreachend werken. ‘Outreachend werken’ is het proactief contact leggen met mensen die mogelijk hulp nodig hebben, maar zelf geen hulpvraag formuleren. Vaak gebeurt dit in de eigen omgeving van de klant1 . ‘
Als gekeken wordt naar de definitie van outreachend werken, dan komt daarin terug dat er bij outreachend werken nog geen hulpvraag geformuleerd is. De inwoner komt niet zelf naar de hulpverlening toe. Op basis van signalen worden inwoners persoonlijk benaderd.
De groep waar vroegsignalering zich op richt, is een groep potentiële inwoners die gevonden moet worden om escalatie van schulden te voorkomen en waar op basis van signalen wel te verwachten is dat hulp met financiën nodig is. Mensen met financiële problemen die zelf al hulp hebben gezocht vallen niet in de doelgroep van vroegsignalering. Zij zijn immers al gesignaleerd en al tot actie overgegaan.
Uiteraard is het belangrijk om bij het uitvoeren van vroegsignalering zo laagdrempelig te werken om uitval in de uiteindelijke hulpverlening te beperken. Verder is het mogelijk dat er bij de uitvoering van vroegsignalering signalen worden opgepikt van inwoners die niet in de doelgroep van vroegsignalering vallen. Aan deze inwoners wordt een alternatieve aanmeldprocedure aangeboden, bijvoorbeeld een verwijzing naar het maatschappelijk werk of andere hulpverlening.
Conclusie:
Bij laagdrempelig werken wordt van de inwoner verwacht dat deze zich zelfstandig meldt bij de schuldhulpverlenende instanties. Dit wordt hem zo makkelijk mogelijk gemaakt.
Bij vroegsignalering wordt niet gewacht op een aanmelding van de inwoner zelf maar worden mensen proactief benaderd. Uiteraard is het ook bij vroegsignalering belangrijk om laagdrempelig te werken.