Hulpaanbod

Het is van belang om bij het hulpaanbod een onderscheid te maken tussen vroegsignalering en hulpverlening. In het gesprek met de inwoner stellen de vroegsignaleerders vast wat er bij het huishouden aan de hand is. Wat maakt dat zij niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen? Een eenvoudige hulpvraag wordt direct aangepakt middels een ‘quick fix’. Voor complexere hulpvragen wordt een plan van aanpak opgesteld voor de benodigde hulpverlening. Via een warme overdracht wordt een aansluitende start van het vervolgtraject gewaarborgd. Cruciaal voor het succes van vroegsignalering is dat er geen vertraging optreedt door wachttijden bij de vervolghulp. Anders worden de gewekte verwachtingen direct weer tenietgedaan. Op het moment dat aangebeld wordt bij de klant, is het dus van belang dat de hulpverlener goed voor ogen heeft welk hulpaanbod gedaan kan worden. De betreffende instanties dienen dat plan van aanpak dus als een voldoende indicatie te beschouwen dat een interventie gewenst is en de analyse niet overdoen. Verder is het belangrijk dat een voorrangsregeling geldt voor huishoudens die een vroegsignaleringsgesprek hebben gehad. Het risico van wachttijden kan dan worden vermeden. Het inzet van vroegsignalering kan geheel teniet worden gedaan door eventuele wachtlijsten.

Daarom is het van belang dat bekeken wordt bij welk bestaand overleg met ketenpartners aangesloten kan worden om hierover afspraken te maken.