Financiering
Zoals bij alle dienstverlening die de gemeente uitvoert, is het ook bij vroegsignalering van belang om vooraf goed na te denken over wat je wilt bereiken, wat daarvoor nodig is en wat de kosten zijn. Er zijn verschillende kosten waar je als gemeente rekening mee moet houden. Het gaat om de volgende kosten:
- Inzet van een projectleider:
Als er een externe projectleider wordt aangetrokken, dan is duidelijk wat de kosten zullen zijn. Maar ook de inzet van een interne projectleider kost geld. De uren die de projectleider besteed kunnen immers niet meer aan iets anders worden besteed. Ga ervan uit dat het eerste half jaar zeker 8 – 16 uur inzet per week nodig is van de projectleider en aansluitend 4 – 8 uur per maand als een start is gemaakt met de uitvoering.
- Inzet van medewerkers die de werkzaamheden gaan uitvoeren:
Wie gaan de werkzaamheden uitvoeren? Ga je alleen of met z’n tweeën op huisbezoek? Doe je het als gemeente zelf, vraag je een ketenpartner of maak je een combi met een vrijwilliger erbij? Deze keuzes bepalen uiteindelijk wat de kosten zullen zijn. Bij het kopje ‘Formatie’ is dit verder uitgewerkt.
- Automatisering:
Er zijn op dit moment twee systemen op de markt, VPS van het BKR en Ris van Inforing. Bij onderdeel ICT wordt dit verder toegelicht.
- Communicatie:
Bij de start van het project zal de gemeente hieraan aandacht moeten besteden, bij voorbeeld door het plaatsen van een artikel in de lokale kracht of op de eigen website.
Bekijk ook:
Formatie
Keuzes in aantal huisbezoeken
Het spreekt vanzelf dat je formatie nodig hebt om de werkzaamheden in het kader van vroegsignalering te kunnen uitvoeren. Maar daarmee alleen ben je er niet. Bij vroegsignalering is het ook van belang dat aansluitende dienstverlening voldoende capaciteit heeft om een hulpvraag direct op te pakken. Bijvoorbeeld als een verwijzing naar schuldhulpverlening of maatschappelijk werk nodig is. Kijk daar vooraf goed naar. Kan de bestaande reguliere dienstverlening een extra aanbod van verwijzingen niet goed aan, dan zul je ook daar moeten opschalen en dat kost ook geld. Betrek dus ook deze collega’s/partners in een vroeg stadium van het project. Eventueel moet hiervoor ook een bedrag in de begroting worden opgenomen.
Bij de planvorming is al nagedacht wie er op huisbezoek gaan, of de vroegsignaleerder alleen gaat of met z’n tweeën. Op basis van het beschikbare budget kan bepaald worden hoeveel huisbezoeken per maand kunnen worden afgelegd, dus hoeveel signalen kunnen worden opgevolgd. Hoeveel tijd heb je nodig voor één huisbezoek? Gemiddeld genomen kun je de volgende vuistregels hanteren (Leidraad Vroegsignalering). Ga je alleen op huisbezoek, dan heb je voor de hele vroegsignaleringsinterventie gemiddeld 8 uur nodig. Ga je met z’n tweeën op huisbezoek, dan komt daar 2 uur bij. De overige werkzaamheden blijven gelijk. Voor een niet geslaagd huisbezoek heb je 1 uur nodig (3 pogingen om aan te bellen) als je alleen op huisbezoek gaat. Met twee professionals is dit 2 uur. Bij het bepalen van het aantal huisbezoeken dat je gaat afleggen kun je ongeveer uitgaan van een bereik van 70% geslaagde contacten als het project wat langer loopt en iedereen goed is ingewerkt.
Begroting
Als je helder hebt wat alle kosten zijn, dan kun je een begroting opmaken. In de begroting zie je in één oogopslag wat de verschillende kosten zijn. Dit is zowel taakstellend, als bewakend. Je weet welke financiële middelen beschikbaar zijn en je kunt (maandelijks) achteraf vaststellen of je de gestelde doelen hebt bereikt en daarvoor niet meer geld hebt uitgegeven dan beschikbaar was.
Een begroting zou er bijvoorbeeld als volgt uit kunnen zien:
Rendement
Uiteraard wil de gemeente weten of de inspanningen ook iets opleveren. Met andere woorden, wat is het rendement van de aanpak van vroegsignalering, hoe zijn de resultaten van de huisbezoeken, wat betekent het voor de reguliere dienstverlening. Uit een business case van Vroeg Eropaf in Amsterdam van Panteia[1] uit 2014 blijkt dat iedere euro die je in Vroegsignalering stopt ruim 2 euro oplevert. Om te bepalen wat het rendement is, moet er gemonitord worden. Maar dit heeft alleen zin als je vooraf helder vaststelt welke doelstellingen je wilt realiseren en hoe je dat wilt doen. Het is belangrijk zoveel mogelijk objectiveerbare meetpunten te benoemen die ook daadwerkelijk bijdragen aan het monitoren van de doelstellingen en de vastgestelde kaders. In het hoofdstuk monitoring gaan we hier uitgebreid verder op in.
Cofinanciering
Signaalpartners investeren in eerste instantie in vroegsignalering door hun werkwijze hier op af te stemmen. Zij richten hun organisatie zodanig in dat zij betalingsachterstanden kunnen doorgeven en de terugkoppeling hierop kunnen verwerken.
Daarnaast kan een signaalpartner er voor kiezen om een financiële bijdrage te doen. In een aantal gemeenten dragen de woningcorporaties met een financiële bijdrage bij aan de kosten van vroegsignalering. Het is dan vaak wel zo dat de gemeente alle signalen van huurachterstanden oppakt. Meestal gaat het om een bijdrage van 30% in de kosten van een geslaagde interventie (Leidraad Vroegsignalering).
In een aantal gemeenten draagt de woningcorporatie bij aan een bepaald onderdeel van de uitvoering zoals bijvoorbeeld aan de communicatie of ICT ondersteuning.
Als er signalen worden gematcht, dan is dit ingewikkeld. Landelijke signaalpartners dragen in geen enkele gemeente bij in de directe kosten. We zien daardoor in feite dat cofinanciering door de landelijke partners niet vaak van toepassing is. En als landelijke partners niet bijdragen, dan wil de woningcorporatie over het algemeen ook niet bijdragen.
Zou cofinanciering dan geen goed idee zijn? Uiteraard zou het mooi zijn als signaalpartners bijdragen in de kosten van de aanpak van vroegsignalering. Maar zij geven aan dan ook wel duidelijk een rendement te willen zien. Belangrijk dus dat daar aan gewerkt wordt. Rendement kunnen we zichtbaar maken door goed te monitoren. Als we met vroegsignalering goede resultaten kunnen neerzetten en dit aantoonbaar rendement oplevert voor signaalpartners, dan komt er een moment waarop cofinanciering dit wel met goede argumenten bespreekbaar kan worden gemaakt.